Een veilige markt organiseren in de anderhalvemetersamenleving? ‘Geen probleem’, stellen marktorganisatiebureaus bij navraag. Het zijn de overheid, gemeenten en veiligheidsregio die niet mee willen werken, vinden zij. En dus zijn er vooral vragen. Waarom de weekmarkten wel en jaarmarkten en braderieën niet? Hoezo maken regering, gemeenten en de veiligheidsregio in deze ongekende tijden geen uitzondering voor deze ambulante handelaren?

Al zet de organisator van een jaarmarkt of braderie de kraampjes allemaal op een kilometer afstand van elkaar, stelt hij of zij als voorwaarde dat er maar tien mensen welkom zijn én laat voor deze bezoekers net als op Schiphol rollerbanden aanleggen die ze een kant opstuurt. Het zou allemaal tevergeefs zijn. Jaarmarkten en braderieën vallen onder de noemer evenement en zijn dus tot 1 september verboden. Dat de consequentie is dat deze ondernemers in no-time hun zorgvuldig opgebouwde levenswerk ten onder zien gaan, lijkt van secundair belang. De regels moeten worden nageleefd.
Kunstmatig
Dat er ondertussen weekmarkten open zijn, dat mensen over elkaar struikelen in de Beverwijkse Bazaar en de Vrije Markt in Cuijk die inmiddels wel weer open mogen, de drukte tijdens Hemelvaart niet voor een piek in de coronabesmettingen heeft gezorgd en Maurice de Hond wel heeft aangetoond dat de buitenlucht veilig is, doet er blijkbaar ook niet toe.
Zo ervaart ook Dick Zwaan van ‘Ambachtengroep Vroeger’ het. “Markten en braderieën mogen nog steeds niet en dat is een vorm van discriminatie. Kijk alleen eens op de weekmarkt in Almere. Die is qua opzet meer een braderie dan een weekmarkt. Er ontbreekt alleen een draaimolen. Het barst daar van de mensen. Het verschil tussen jaarmarkt, braderie en weekmarkt is een kunstmatig verschil dat helemaal nergens op slaat.”

De organisator probeert al tijden in samenwerking met gemeenten en veiligheidsregio tot een oplossing te komen. “Bij de meeste gemeenten bevind je je op een doodlopende weg. Die ambtenaren houden zich gewoon stug aan de regels vast, terwijl we juist nu in een tijd zitten waarin maatwerk op zijn plaats is. De regering heeft nota bene zelf allerlei noodwetten toegepast voor deze crisis. Dat wij dan ineens door onbelangrijke wetgeving worden beperkt, is heel wrang”, aldus Zwaan. “Organisatoren willen namelijk heel graag meedenken om het virus in te dammen. Als organisatie proberen wij plannen te presenteren die rekening houden met de anderhalvemetermaat-regelen, door kramen anders op te stellen, eenrichtingsverkeer én een verkleinde markt. Het wordt allemaal afgeschoten.”
Het is zoeken naar de mazen in de wet. Een enkele keer vindt Zwaan die. “Bijvoorbeeld door de markt als demonstratie van oude ambachten op te geven. Dan valt het even niet onder het kopje evenement. Als je er goed over nadenkt, is het volledig belachelijk wat we doen. Mevrouw Halsema (Zwaan verwijst naar de Black Lives Matters-demonstratie op De Dam, red.) heeft iedereen wel aangetoond dat er met dubbele maten wordt gemeten in dit land.”
‘Frustrerend’
Marjan Post vindt de hele gang van zaken ‘bedenkelijk en frustrerend’. “Als alle weekmarkten open kunnen, waarom wij dan niet?” Dat is de vraag waar de organisator van Post Markten nog steeds geen bevredigend antwoord op heeft gekregen. “Op de weekmarkt in Leeuwarden lopen op een dag zo tienduizend mensen. Wij komen over een hele dag misschien tot 1500 mensen. Wij kunnen de jaarmarkt of braderie veel breder opzetten door de straten, dus zijn per definitie veiliger. Toch krijgen we steeds nul op het rekest van gemeente, provincie en veiligheidsregio. Ze wijzen allemaal naar elkaar.”

Vanuit de overheid is ogenschijnlijk nog de meeste medewerking. “Zij zeggen: we vinden het prima dat jullie weer los gaan, maar regel ’t maar met de gemeente of veiligheidsregio. Dan ben je terug bij af, want daar verschuilen ze zich alleen maar achter de regels met ambtelijke taal (zie correspondentie, red.).”
Omzetting
De ideeën, protocollen en bereidheid om aan te passen, ze zijn er allemaal bij de organisatoren. Wat er nu nog nodig is om de jaarmarkten en braderieën te kunnen laten doorgaan, is de wil vanuit de beleidsvoerders om een evenementenvergunning om te zetten in een weekmarktvergunning. Post: “We worden gewoon tegengehouden. Gevolg is dat we nu moeten afwachten of we in september weer wat kunnen. We zijn eigenlijk een jaar omzet kwijt. Die uitkering van 1500 euro die ertegenover staat, staat in geen verhouding. Heel ons leven moeten we van de politici luisteren naar die peilingen van Maurice de Hond. Nu heeft hij eindelijk wat nuttigs te melden en wordt er niet naar geluisterd. Ik begrijp het niet meer.”
Hieronder twee voorbeelden van antwoorden van ‘de beslissers’:
Geachte mevrouw Post – Fraiquin,
Markten zijn niet per definitie verboden omdat deze een uitzondering kunnen vormen op de evenementen. De voorzitter van de veiligheidsregio bepaalt waar en onder welke voorwaarden markten mogen plaatsvinden. Om te kijken of uw markten door mogen gaan kunt u dus contact opnemen met de veiligheidsregio’s waar deze plaatsvinden.
Het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat kijkt naar de financiële ondersteuning van bedrijven en organisaties. Ondernemingen die afhankelijk zijn van seizoenswerk worden meegenomen in hun besluitvorming. Zodra hier meer informatie over bekend is zal dit gecommuniceerd worden vanuit de
rijksoverheid.
Met vriendelijke groeten,
Publieksvoorlichting VWS
Beste mevrouw Post,
Ik kon u telefonisch niet bereiken, dus mail ik maar even. Ik heb nagevraagd of uw braderieën/jaarmarkten kunnen vallen onder ‘markten’ zoals aangegeven in de brief die u mij gemaild had. Helaas kunnen deze niet daaronder vallen, gezien het geen markt is in de zin van art. 160 gemeentewet (weekmarkt). Een braderie/jaarmarkt valt onder evenement en deze zijn op dit moment verboden tot 1 september.
Met vriendelijke groet.
‘Niks van Rutte, Wilders en Baudet’
Op eigen titel heeft Pedro Kleine van marktorganisatiebureau Wildro uit Hoogeveen de politiek aangeschreven. “Ik heb Rutte, Wilders en Baudet een mail gestuurd. Geen reactie.” Hij snapt nog steeds niet waarom er geen maatwerk geleverd kan worden door de beleidsbepalers. “Ik heb tachtig braderieën moeten schrappen. Van de dertig grootsten snap ik het wel, want daar komen tienduizend mensen op af. Goed, laat die nu even niet veilig genoeg zijn. Dan moeten we even pas op de plaats maken. Maar waarom zou ik ook die vijftig kleinere markten met kraampjes die ver uit elkaar staan moeten afgelasten? Daar komen een paar honderd mensen op af. Geen enkel risico. Wij moeten toch ook onze boterham verdienen.”

Door de stugge houding van de beleidsbepalers wantrouwt hij de overheid steeds meer. “Dit jaar is rampzalig voor mij en vele ondernemers. We willen allemaal meedenken als het over de gezondheid van mensen gaat, maar met ons denken ze niet mee. In een gemiddeld griepseizoen gaan er net zo veel mensen dood. Nu maken ze al die mensen die hun brood moeten verdienen een kopje kleiner”, aldus Kleine.
‘Allemaal eenzame cowboys’
Al eerder geconstateerd, maar opnieuw bevestigd na een rondje bellen langs de marktorganisatiebureaus: het ontbreekt aan eenheid in de wereld van de ambulante markt. Vooral als het gaat over jaarmarkten en braderieën. Voor de weekmarkten springt de CVAH als bond nog wel op de bres. Bianca Verbree van Krokos Evenementen: “We hebben geen overkoepelende bond. Ik heb geprobeerd om met collega’s samen een front te vormen richting Den Haag, maar daarvoor is weinig animo. We kunnen dus niet veel.”
Dick Zwaan van Ambachtengroep Vroeger onderschrijft die woorden. “Er is te veel oud zeer. Ik heb al gezegd: ga als ambulante handelaren met duizend busjes op het Malieveld protesteren, net als de boeren. Maar het zijn allemaal eenzame cowboys. Het komt allemaal niet van de grond. Zo maken we het de overheid wel heel makkelijk. Daar denken ze: ‘We horen niks, dus zal het wel goed wezen’.”
Pedro Kleine van Wildro uit Hoogeveen heeft ook een poging gedaan om de krachten van marktorganisatiebureaus te bundelen, maar slaagt daarin niet. “Er is te weinig eenheid om een vuist te maken.”
Marktkoopman Frank Trouw van Goedspeelgoed.nl: “Evenementenbureaus moeten zich verenigen in deze moeilijke tijd. Samen staan we sterk. Er is heel veel oud zeer, omdat veel van elkaar is afgepakt. Maar als er een moment is op een lijn te komen, dan is dit het moment.”
‘Spannende tijden’
Bianca Verbree van Krokos Evenementen loopt tegen dezelfde problemen aan. “Er is geen gemeente die het aandurft. Ze zijn allemaal bang dat er een uitbraak komt en geven dus voor geen enkel evenement toestemming. De hoop die we nu hebben, is dat er uit de demonstraties die er zijn geweest – bijvoorbeeld op De Dam – niet of nauwelijks besmettingen komen. In dat geval hopen we dat de regering denkt: ‘laten we de maatregelen versoepelen en ook evenementen eerder, bijvoorbeeld op 1 augustus, weer toestaan.”

Krokos Evenementen is goed voor grote markten, waar (tien)duizenden mensen op afkomen. Het bedrijf uit Hellevoetsluis heeft zelfs een mobiel kantoor om de markten ter plaatse goed te kunnen runnen. “Als het moet, dan kunnen we morgen al een aangepaste veilige markt opzetten. Wij zijn creatief en flexibel genoeg.”
Het lijkt erop dat het allemaal niet uitmaakt. Het is dus snakken naar het einde van de crisis en dan hopen dat er genoeg financiële reserves zijn om weer verder gaan. “Het gaan hele spannende tijden worden. Het zal heel lastig worden, zeker met de kwaliteitsstandaard die wij hebben. Omdat we grote markten organiseren, investeren in kwaliteit en dat altijd willen blijven leveren, hebben we een dure huishouding. Je kunt dus gerust stellen dat deze crisis heel zwaar is voor ons.”
Hoop
Is er dan helemaal geen hoop? Maar zeker wel. Afgelopen weekend kwam er opbeurend bericht uit de Kop van Groningen. Pieterburen, bekend van het Zeehondencentrum, ontpopte zich als het Gallische dorpje van Asterix en Obelix. Daar ging de Waddenmarkt Pieterburen na maanden wel weer door. Communicatiemedewerker Paul Kremer van de gemeente Het Hogeland, waaronder Pieterburen valt, legt uit hoe de besluitvorming totstandkwam. “De Waddenmarkt is een streekmarkt. Normaal gesproken valt die onder evenementen, maar door het kleinschalige karakter heeft de veiligheidsregio ontheffing verleend.” Markmeester Henk Hofman moest erop toezien dat de anderhalvemetermaatregelen getroffen werden en er werd een boa ingezet. “Het ging allemaal heel goed”, aldus Hofman.
Zoveel is er dus niet nodig om zeker de kleine jaarmarkten en braderieën te laten doorgaan. Alleen een beetje goede wil en gezond verstand.
‘Geen uniform beleid’
Een probleem voor de markt in de anderhalvemetersamenleving, is het gebrek aan eenduidige regelgeving op de markten.
Ton Kok is marktmeester in Den Bosch, Gorinchem, Utrecht en Beverwijk. “Ik ken mensen die zijn overleden aan corona, dus zie het niet als een ‘griepje’, zoals sommigen roepen. Ik probeer me daarom dus aan de regels te houden.” Wat hij wel constateert, tot zijn spijt, is dat de overheid wel oproept tot maatregelen, maar zelf heel passief omgaat met de handhaving. “Ze roepen: hou je aan de regels, maar er is helemaal geen protocol. Elke gemeente doet het daarom op zijn eigen manier en dat werkt verwarring in de hand. Op de ene markt moet ik de koopman wijzen op het feit dat hij geen handschoentjes aanheeft, op de volgende markt is het weer niet nodig. In de ene plaats mag je de wc’s gebruiken op het stadhuis, elders weer niet. Soms is er een looprichting, op andere markten gaat alles kris-kras door elkaar. De overheid zou weleens voor een uniform protocol mogen zorgen zodat iedereen weet waar ‘ie aan toe is.”