De coronapandemie zorgde voor veel onzekerheid bij organisatoren van jaarmarkten en braderieën. ‘Wat nu’, was de vraag. Een deel vond zichzelf opnieuw uit, zoals de broers Frank en Lion van organisatie- en adviesbureau Koolen en Koolen. Zij pakten door en verdelen hun tijd nu tussen een stuk minder maar kwalitatief betere markten en zeer specialistisch schoonmaakwerk.

Dat Frank (58) en Lion (57) Koolen van organisatie en adviesbureau Koolen en Koolen uit Tilburg ook dit jaar minder jaarmarkten en braderieën organiseren, betekent allerminst dat ze hun focus volledig hebben verschoven naar het zeer specialistisch schoonmaakwerk. Integendeel zelfs. De broers gaan juist vol voor de 35 markten die wel op hun to do-lijst staan. Lion: “Wij willen voor de organisaties en de ambulante handelaren goede markten neerzetten.”
Risico spreiden
De nieuwe situatie voor Koolen en Koolen ontstond eind 2021 toen de kalender voor het nieuwe jaar moest worden samengesteld. Net op het moment dat de overheid weer maatregelen had afgekondigd om het aantal coronagevallen terug te dringen. Lion: “Mogen er in 2022 wel jaarmarkten worden gehouden? Die onduidelijkheid zorgde voor veel onzekerheid.” De vraag die Lion en Frank zich stelden was: gaan we vol inzetten op de markten of gaan we het risico spreiden. “Dat laatste leek ons het meest logisch. Toevallig had Robin, de zoon van Frank, net met anderen schoonmaakbedrijf DSG overgenomen. Hij zat om handjes verlegen. Het betreft specialistisch schoonmaakwerk. Frank, die al 20 jaar ervaring in deze branche heeft, en ik sprongen bij. Ik werkte vooral ’s nachts in twee Tilburgse ziekenhuizen waar ik kamers ontsmette.”
Als kiezen tussen je ‘kinderen’
Vragen welke van de 35 jaarmarkten de voorkeur heeft, is voor Lion Koolen vragen naar welk kind je het dierbaarst is. Natuurlijk kan hij daar geen helder antwoord op geven. Hij vindt de ene markt (Pinkstermarkt Ridderkerk) gewoon heel erg leuk, een ander (Huissen) een geweldige uitdaging omdat er 300 kramen staan. Die in Mill is niet alleen heel interessant vanwege de omvang, maar ook omdat daar zoveel toeristen komen en de Leste Mert in Druten spreekt hem aan vanwege de lange geschiedenis. Dat is nog een jaarmarkt die al meer dan 200 jaar bestaat. “Nee, ik kan echt niet kiezen. Er zijn echt te veel verschillende redenen waarom ik een markt leuk vind.”

Wat de jaarmarkten en braderieën betreft, namen ze een radicale stap. Ze brachten het aantal terug van 75 naar 35 stuks. Een bewuste keuze. “De markten die wij zelf het leukst vinden en sterk zijn, hebben we gehouden, de zwakkere stootten we af. Sommige markten werden gewoon te duur, waren niet langer rendabel”, legt Lion uit. “Je moet het zo zien, om zo’n markt te mogen organiseren, betalen wij een bepaald bedrag aan de opdrachtgever. Vaak zijn dat winkeliersverenigingen of stichtingen. Daar komt nog een bedrag bovenop voor de reclame, kramen en aggregaten. Als je ziet wat er onderaan de streep overbleef, snap je waarom we met sommige markten zijn gestopt.”
Belang handelaren
Dat Koolen en Koolen ook dit jaar minder markten organiseren, heeft niet alleen een financiële achtergrond. “Wij willen vooral kwalitatief sterke markten neerzetten. Dat is in het belang van ambulante handelaren. Het is hun handel. Zij moeten goed verkopen. Alleen dan keren ze bij je terug. Wij moeten dus goed voor ze zorgen, dat is onze verplichting.”
Dat is niet altijd even eenvoudig, want iedereen heeft zo zijn wensen. “De ene handelaar staat het liefst in het midden van de markt, de ander juist vooraan of achteraan. En als we met een winkeliersvereniging te maken hebben, is het weer belangrijk dat de winkeliers een kraam voor hun eigen zaak krijgen”, somt Lion enkele zaken op waarmee hij en zijn broer rekening houden. “Voor de groep handelaren die er elk jaar zijn, is het weer van belang dat zij op hun vaste plek staan, omdat ze dan goed vindbaar zijn voor hun vaste klanten. Daarna vullen we de overgebleven plekken in.”

Uiteraard houdt Koolen en Koolen daarbij rekening met de branchering, al is dat niet altijd even eenvoudig. “Soms moet je de teugels iets laten vieren omdat het aanbod minder uitgebreid is. Denk bijvoorbeeld aan kleding. Er zijn handelaren die met hetzelfde aanbod komen. Daarvan laat je er één toe, waardoor er ruimte is voor een verkoper van andersoortige kleding. Dat geldt ook voor handelaren in tassen. Voor echt lederen tassen maak je dan een uitzondering.” Wat Lion opvalt is dat het aantal verkopers met eigengemaakte producten behoorlijk is gedaald. “Dat heeft te maken met de belastingplicht. Voor deze groep is het niet langer rendabel. Je ziet deze verkopers van de markten verdwijnen.”
Veranderingen
De grootste verandering heeft te maken met de vergunningen die gemeenten afgeven. “Je moet eens weten waaraan een aanvraag moet voldoen: indelingsplan, calamiteitenplan, programmeringsplan, verkeersplan, de verkeersregelaars en dergelijke”, begint hij zijn relaas. “En daar is nu ook het onderdeel duurzaamheid bijgekomen, zoals het niet langer gebruiken van plastic bekers en alles wat met ‘groen’ van doen heeft. Maar bijvoorbeeld ook het gebruik van zonnepanelen voor het laten draaien van aggregaten.”

Kant noch wal
Sommige regels slaan kant noch wal, stelt Lion. “In bepaalde gemeenten mogen vanwege de brandveiligheid achter de kramen geen auto’s staan. Ook al staat de kraam vóór een parkeerplek waar de rest van het jaar wél hele dagen een auto staat. En ze hanteren een dubbele standaard”, gaat Lion verder, “want op de weekmarkt, die zij zelf organiseren, mag het wel. Daar staan de kramen ook vrijwel met de luifels tegen elkaar aan. Terwijl ze van ons eisen dat er vier meter moet zitten tussen tegenover elkaar opgestelde kramen. Geloof mij, ik ben helemaal voor het houden van een veilige jaarmarkt, maar ben tegen het meten met twee maten. Wat voor de een geldt…” Hij kan zich nog een andere tijd herinneren. “Vroeger sprak onze pa een half uurtje met de burgemeester, de brandweercommandant en politiechef en als hij naar buiten liep, was de vergunning geregeld.”

Wildgroei
In de ogen van de broers, die in 2009 het organiseren van markten overnamen van vader Jan, is er al enige tijd voor de coronapandemie een wildgroei aan jaarmarkten en braderieën ontstaan. “Er waren en zijn gewoon te veel markten”, zegt Lion. “De concurrentie werd en is nog steeds te groot. Wanneer je vroeger in Tilburg een jaarmarkt organiseerde, was er op die datum in de omgeving verder niks anders te doen. Nu komt het voor dat er niet alleen een markt is, maar ook een muziekfestival en een ander evenement. In de zomer kan het voorkomen dat er in Zeeland op één dag in de directe omgeving tien verschillende braderieën zijn. Probeer dan maar je kramen te vullen en publiek naar jouw evenement te trekken. Let maar op: de komende jaren zie je hetzelfde gebeuren met festivals. Die schieten nu ook overal als paddenstoelen uit de grond.”
Hoopvol
Wat hun markten voor 2023 betreft is Lion opnieuw hoopvol gestemd. “We hadden vorig jaar al geen reden tot klagen, want de markten zaten snel vol. En ik verwacht dat we ook dit jaar goed draaien en weinig problemen ondervinden met het vullen ervan. Het is nu eind januari en lopen qua inschrijvingen nu al voor op de andere jaren.”
Geen eigen kramen meer
Koolen en Koolen heeft geen kramen meer in eigendom. Het organisatie- en adviesbureau uit Tilburg huurt de kramen van een andere partij en laat ze ook plaatsen. Dat scheelt niet alleen enorm in arbeid, maar is vooral in financieel opzicht een flinke opsteker. “We hebben de kramen verkocht”, vertelt Lion Koolen. “Omdat we nog maar 35 markten organiseren, is het gewoon niet rendabel om eigen kramen te hebben. En wat denk je dat een vrachtwagen ons kostte om de kramen in te vervoeren? De verzekering en wegenbelasting die er nog eens bij kwam, evenals de opslag van de kramen. Laten we eerlijk zijn, gezien onze leeftijd staan mijn broer Frank en ik ook niet meer te springen om zelf kramen te plaatsen. Omdat een ander dat werk nu doet, hoeven we hiervoor ook geen extra mensen meer in te huren. Het scheelt ons echt in de kosten.”