Een bezoek aan een jaarmarkt of braderie roept bij mij altijd warme herinneringen op aan een tijd waarin ik aan de hand van mijn moeder over de weekmarkt in Hoogvliet (bij Rotterdam) wandelde. De geur van verse aardbeien, gebakken vis en specerijen die – voor een dag althans – de stank van de petrochemische industrie van een kilometer verderop verdreef.

Keuken van voorouders
Het is mooi om te lezen dat de markt nog steeds nostalgische gevoelens oproept bij bezoekers, zoals de kraam van Dave Tokaya in Geleen, waar hij Indische gerechten serveert. Zijn klanten zijn veelal van Indische komaf en zij proeven dankzij hem de keuken van hun (voor)ouders.
Ook aandacht voor een andere vorm van ‘nostalgie’: het standwerken. Andries van den Berg (vanaf pagina 28) noemt zichzelf een der laatste Mohikanen. Hij vreest dat zijn vak verdwijnt. In mijn herinneringen waren vroeger alle ambulante handelaren standwerkers. Ze liepen voor hun kraam heen en weer, spraken voorbijgangers aan, liet ze de stoffen voelen, aan vers fruit ruiken, stukjes kaas proeven en zemen testen.
Levendige herinnering
Als ik terugdenk aan toen schiet mij één levendige herinnering te binnen. De zoon van de visboer die aan het eind van de marktdag de handel van zijn vader per opbod verkocht. “Lieve mensen, ik heb hier twee harinkjes, een bokking en een gerookte makreel. Dat voor slechts tien gulden. Iemand? Weet je wat, ik doe er ook nog twee paling bij.” Binnen een half uur had hij de handel van zijn vader uitverkocht.
Nostalgie? Nee, deze vorm van standwerken zie ik nog steeds. Gelukkig.
Marktvisie editie 5 is nu online te lezen.