Pagina 12 van: Marktvisie 1/2 – 2022

NR 1/2 | FEBRUARI 202212
MARKTMEESTER
schillende gemeenten en marktorganisa
ties ondersteund bij dit proces.
In Delft bleef Nijhuis na de verzelfstandi
ging betrokken als marktmanager. “Hier
werd ik door de nieuwe stichting gevraagd
als manager van de markten. Dat doe ik
nu al vijf jaar”, vertelt Nijhuis. In tegen
stelling tot de marktmeester van weleer
werkt hij niet voor de gemeente, maar in
opdracht van de marktondernemers. “Zij
hebben gezamenlijk een stichting ge
vormd en een bestuur aangesteld. Dat be
stuur bepaalt in overleg met de leden het
te voeren beleid en geeft mij opdracht
daaraan invulling te geven”, legt hij uit.
Nieuwe start
Zeker in het begin had Nijhuis in Delft zijn
handen vol aan het organiseren en regelen
van alle aspecten van de marktorganisatie.
“De gemeente liet feitelijk van de ene op
de andere dag alles uit de handen vallen.
Ze waren niet meer verantwoordelijk en
daarmee per direct ook niet meer betrok
ken, zo leek het.”
Voor de nieuwe marktmeester betekende
dat onder andere dat hij geen zicht had op
welke ambulante handelaren een vergun
ning hadden om op de markt te mogen
staan. “Dat zijn privacygevoelige gegevens
en dus krijg je dergelijke informatie niet.”
De marktmanager liet zich daardoor niet
uit het veld slaan. “Ik heb gewoon alle
ondernemers benaderd en gevraagd welke
overeenkomsten er waren. Het duurt wat
langer, maar dan krijg je alle informatie
ook wel boven tafel.”
Huishoudelijk reglement
Met de verzelfstandiging van de markt,
verviel de marktverordening. “Maar als
stichting die verantwoordelijk is voor de
opzet van een markt, heb je wel een kader
nodig.” In overleg met het stichtings
bestuur werd besloten de ‘oude’ markt
verordening te gebruiken als basis voor
het opstellen van een eigen zogenoemd
‘huishoudelijk reglement’. In dit reglement
is vastgelegd aan welke voorwaarden de
handelaren moeten voldoen én wat ze
kunnen verwachten van de stichting.
De stichting die verantwoordelijk is voor
de markten in Delft, heeft met de ge
meente een private overeenkomst over
het gebruik van de terreinen waarop de
markten plaatsvinden. “Daarvoor betalen
we als stichting een afgesproken bedrag.
In ruil daarvoor voldoen wij aan de kwali
teitseisen van de gemeente en zorgen we
dat het terrein aan het eind van een
marktdag schoon wordt opgeleverd. De
stichting heeft dezelfde inkomsten van de
warenmarkt als de gemeente, maar er is
nu budget beschikbaar voor promotie. We
werken kostendekkend, terwijl de ge
meente Delft er in het verleden geld op
moest toeleggen”, aldus Nijhuis.
Bijkomend voordeel voor de ambulante
handelaren is dat ze geen standplaatsver
gunning meer hebben bij de gemeente. Dit
betekent dat ze geen leges betalen, maar
ook dat de gemeente geen voorwaarden
stelt aan de vergunningsduur. “Voor ver
zelfstandigde markten is het probleem
van schaarse vergunningen verleden tijd”,
constateert de marktmanager.
Verkeerd beeld
Volgens de marktmanager hebben veel
ambulante handelaren een verkeerd beeld
van verzelfstandiging van markten. “Vaak
voedt angst voor het onbekende verkeerde
gedachten”, stelt Nijhuis. “Mensen denken
dat eigen belang prefereert in zo’n stich
ting of dat vriendjespolitiek bepaalt of je
wel of niet een plek op zo’n markt kunt
krijgen. Dat blijkt dus in de praktijk niet zo
te zijn. En om te voorkomen dat het ooit
zo zou worden, spreek je als handelaren
onderling af hoe je het geregeld wilt zien.
Dat leg je vast in een huishoudelijk regle
ment en daaraan conformeer je je als lid,
maar zeker ook als bestuurder.”
In Delft kent de stichting een zittingster
mijn van vier jaar voor de vijf bestuursle
den. Inmiddels zijn diverse bestuursleden
teruggetreden en vervangen, enkele be
stuursleden dienen een tweede termijn.
“Je kiest de bestuurders uit je eigen mid
den. En net als bij elke andere stichting
zien de leden erop toe dat je integer han
delt. Daarnaast is er tegenwoordig wetge
ving waaraan stichtingen moeten voldoen
om te voorkomen dat eigen belangen in
vloed hebben op besluitvorming.”
Investeren
De markten in Delft lopen volgens de
marktmanager naar tevredenheid van de
kooplieden en de gemeente. Ook het pu
bliek weet de markt te waarderen. “Dat is
eveneens een belangrijk voordeel van ver
zelfstandiging. Je bent als stichting zelf
baas over waaraan je het geld van de
leden besteedt. Daar gaat geen politieke
besluitvorming of lange procedure aan
vooraf. Als de leden vinden dat iets moet
gebeuren, doen we het.” Voorbeelden daar
van zijn onder andere de volledig ver
nieuwde nutsvoorzieningen van de markt.
“Een van de eerste dingen die we hebben
gedaan na de verzelfstandiging. Op strate
gische plaatsen zijn putten in de bodem
geplaatst waar de kooplieden hun leiding
werk kunnen koppelen. In de jaren daarna
hebben we nooit meer problemen met
stroom en water gehad.”
Ook is op initiatief van de stichting fors
geïnvesteerd in promotie van de markt.
“Een van onze belangrijkste taken is het
publiek laten weten wat er op de markt te
halen is. Door regelmatig van ons te laten
horen, houden we de mensen betrokken
en blijven ze komen, ook als het zoals nu
in coronatijd even anders is dan anders.”
De taak van de gemeente is nagenoeg
weggevallen na de verzelfstandiging van
de markten. Wel vindt overleg plaats als
dat nodig is. Nijhuis is voor de gemeente
‘Elke markt verdient
een goede toekomst’
Borden bij de ingang van de paden geven aan wat de looprichting is en dat de fiets niet welkom is
tussen de kramen.
10-11-12-13_paulnijhuis.indd 12 19-01-2022 13:06