Pagina 13 van: Marktvisie 1/2 – 2022

MARKTVISIE 13
dan het eerste aanspreekpunt. Aan hem
de taak om in overleg met zijn bestuur
vervolgens eventueel noodzakelijke stap
pen te nemen. “Dat gaat in goede harmo
nie en naar tevredenheid van alle
partijen”, constateert Nijhuis.
Toekomst
De energie die nodig is om in toekomst
bestendig marktbeleid te stoppen, is het
altijd waard, meent de marktmanager.
“Mensen willen graag shoppen. De diverse
lockdowns hebben aangetoond dat we on
line wel onze boodschappen kunnen doen,
maar dat we er toch de voorkeur aan geven
om zelf te voelen, ruiken en proeven. Een
bezoek aan de markt is vergelijkbaar met
een middag slenteren door de winkelstraat.
Het is een beleving, mits de marktkooplie
den dat er ook van maken met z’n allen.”
Volgens Nijhuis houdt de markt hoe dan
ook een belangrijke functie in de binnen
steden van Nederland, zeker op de laatste
dagen van de week. Wat hem betreft, zou
met name de warenmarkt ook de zondag
moeten toevoegen aan de standdagen.
“Juist op zondag zien mensen een bezoek
aan de supermarkt of een winkelcentrum
als een uitje en nemen ze de tijd voor zich
zelf. Dat zijn momenten dat ze geld uitge
ven. Voor de ambulante handel ligt daar
een kans.” Weekmarkten voor alle genera
ties om de bloemen, de kaas en groente en
fruit te halen, kunnen ook prima aan het
begin van de week plaatsvinden.
Beleving
Met name in de foodsector daagt Nijhuis de
ambulante handel uit om het assortiment
een boost te geven. “Een deel van de men
sen komt gewoon voor de bloemkool en de
kaas, maar steeds meer publiek is op zoek
naar bijzondere delicatessen. Daarop kun je
als markthandelaar inspelen.” Volgens Nij
huis zijn kooplieden te lang de strijd aange
gaan met prijsvechters; in de food met de
Aldi/Lidl en in de nonfood met Primark en
Action. “Die strijdbijl moet je begraven. Dat
kun je niet winnen. Juist vanwege je per
soonlijke benadering kun jij je onderschei
den met kwaliteit en beleving, iets wat je in
die winkels niet hebt. Meer van hetzelfde
trekt geen mensen, unieke producten en
verkopers doen dat wel.”
Dat betekent volgens de marktmanager
niet dat traditionele producten geen plaats
hebben, alleen wel dat een andere benade
ring van het publiek kan zorgen voor meer
belangstelling. “Neem stoffen en fournitu
ren. Daar zit nog steeds muziek in, maar je
moet niet wachten op die ene mevrouw
die elastiek nodig heeft, of een knoop moet
vervangen. Mensen willen gemak en dus
willen ze een patroon, inclusief alle beno
digdheden die nodig zijn om dat kleding
stuk te maken. Een handelaar die dat weet
te bieden, verkoopt gemak in de vorm van
een complete jurk of rok én het plezier dat
je hem toch zelf maakt. Hoe mooi is dat?”
Sfeer
Ondertussen is de telefoon nog een paar
keer gegaan. De BOA van dienst meldt dat
de rij bij de viskraam tot aan de kerkdeu
ren staat. Het is lunchtijd. Delftenaren
melden zich bij een van de populaire kra
men voor een portie kibbeling of een lek
kerbek en vergeten daarbij de instructies
voor rijvorming in acht te nemen. Een bel
letje naar de kraam lost het probleem op.
Een rondje over de markt een half uur later,
maakt duidelijk dat de sfeer gemoedelijk is.
Het terrein is open en door het eenrich
tingsverkeer is er volop ruimte om langs de
kramen te slenteren of inkopen te doen bij
een kraam. De fietsopstelvakken bij de in
valswegen zijn goed gevuld. Ondanks het
mistige en wat sombere januariweer zit de
sfeer er goed in, constateert Nijhuis tevre
den, terwijl hij zijn weg vervolgt voor nog
een rondje langs zijn opdrachtgevers. l
Met name in de foodsector daagt marktmanager Paul Nijhuis de ambulante handel uit om het
assortiment een boost te geven.
Advies
Paul Nijhuis is met zijn bedrijf De Marktmanager is niet alleen actief in Delft. Hij zet
zijn expertise ook in voor het management van de markten in Alkmaar (zes markten)
en de verzelfstandiging in Renkum (één markt). Op dit moment begeleidt hij daar
naast de gemeente SúdwestFryslân. De gemeente heeft diverse week en waren
markten in verschillende steden en dorpen. “De meeste daarvan zijn klein en
omvatten maar een paar kramen”, vertelt Nijhuis. In dit geval is het volgens hem niet
verstandig om aan te sturen op verzelfstandiging. “Daarvoor heb je voldoende onder
nemers nodig die samen het bestuur van de verzelfstandigde markt kunnen vormen
en het beleid formuleren gericht op de toekomst van de markt. In deze gemeente zijn
in de meeste steden en dorpen simpelweg te weinig ambulante handelaren om die
vuist te maken.”
Dat neemt niet weg dat er nog wel het nodige kan worden verbeterd aan de organisa
tie van de markten. En potentie hebben die juist in deze toeristische gemeente ge
noeg, meent Nijhuis. “De watersportgemeente SúdwestFryslân trekt ontzettend veel
toeristen. Daarop kun je als gemeente met de markten en het marktbeleid perfect
aansluiten.” Momenteel legt Nijhuis de laatste hand aan een voorstel in die richting.
Het is daarna aan de gemeenteraad en de marktmeester om er in samenwerking met
de ambulante handel handen en voeten aan te geven.
10-11-12-13_paulnijhuis.indd 13 19-01-2022 13:06