Pagina 30 van: Marktvisie 1/2 – 2021

NR 1/2 | febRuaRi 202130
RepoRtage
bedrijfsbeëindigingen in de periode 2010 –
2016, zo’n 40 procent terug te voeren is
naar een faillissement. In alle andere ge-
vallen was er sprake van bedrijfsbeëindi-
ging in een andere vorm. Het kan dan
gaan om volledige opheffing van de onder-
neming, maar ook om een overname, fusie
of een samenwerking waardoor een bedrijf
zijn eigen inschrijving als onderneming
intrekt. Ook Claessens heeft in eerste in-
stantie gezocht naar mogelijkheden om
samen met een andere ondernemer de
toekomst tegemoet te treden. “Die zoek-
tocht leverde jammer genoeg geen con-
creet perspectief op”, vertelt de
ondernemer.
Opheffen
Ondanks de start van het jaar 2020 in een
afgeslankte vorm, zag Claessens de schul-
den toenemen. Zeker toen ook nog eens
de coronacrisis de samenleving in zijn
greep kreeg. “Ik had te weinig werk om
mijn machines op de weg te houden.”
Met een steeds leger wordende orderpor-
tefeuille zag hij zich genoodzaakt ook be-
drijfsbeëindiging serieus te overwegen.
Die gedachte deelde hij vervolgens in de
gesprekken die hij aanging met de bank
en de leasemaatschappij waar hij een
groot deel van het materieel leasde. Die
gesprekken en diverse contacten met
zijn accountant gaven de doorslag. Claes-
sens kwam tot de conclusie dat hij alle
schuldeisers zou kunnen betalen als hij
op dat moment zou kiezen voor ophef-
fing van de onderneming. “In de voorlig-
gende jaren heb ik regelmatig in het
kader van bedrijfsontwikkeling een taxa-
tie laten doen van de waarde van mijn
activa. Daardoor had ik zelf al een goed
beeld van mijn financiële positie. Die
werd bevestigd door mijn gesprekspart-
ners. Dat heeft uiteindelijk geholpen bij
de besluitvorming.”
Op het moment van stoppen had Claes-
sens negentien man personeel in dienst.
“Dat was misschien nog wel het moei-
lijkst: mijn mensen vertellen dat ik zou
stoppen. Immers, zij hadden in een econo-
misch moeilijke periode ineens geen werk
meer.” Bovendien, leverde dit Claessens
een extra kostenpost op. “Omdat er geen
sprake is van een faillissement, hebben
personeelsleden recht op een transitiever-
goeding. Daarmee moet je wel rekening
houden in de financiële afwikkeling. Daar-
van heb ik totaal geen kaas gegeten. Ge-
lukkig kon ik op dat gebied terugvallen op
kennis van zaken bij de brancheorganisa-
tie.”
Kennis
Terugkijkend op het hele proces, vindt
Claessens dat de impact van zijn beslis-
sing het grootst is geweest voor zijn perso-
neel. “Zelf zit je er in via de weg van de
geleidelijkheid. Je denkt er al langer over
na, wint informatie in, wikt en weegt. Dat
is een proces van maanden. Voor het per-
soneel kwam het als een donderslag. Een
voldongen feit waarmee ze plotseling wor-
den geconfronteerd en waarvan de impact
groot is voor hen, maar ook voor hun
gezin. Die realisatie heeft ook wel wat met
mij persoonlijk gedaan.”
Tot grote vreugde van de ondernemer
heeft ruim een half jaar na de bedrijfsbe-
eindiging bijna al het voormalige perso-
neel inmiddels een nieuwe baan
gevonden. Zelf is hij de achterliggende tijd
vooral bezig geweest met de verdere (ad-
ministratieve) afwikkeling van de bedrijfs-
beëindiging. Daardoor heeft hij nog weinig
tijd genomen voor persoonlijke reflectie.
“Ik mis het bedrijf, de activiteit, de dage-
lijkse invulling. De acceptatie van het niet
meer hebben van een onderneming kost
tijd.”
Juiste moment
Volgens Peek heeft Claessens zijn keuzes
weloverwogen op het juiste moment ge-
daan. “De timing is goed geweest, met
name als je kijkt naar de financiële kant
van zo’n afwikkeling. Louis kreeg door tij-
dig het gesprek aan te gaan met belang-
Tips bij (actieve) bedrijfsbeëindiging
• Ken de financiële positie van je onderneming, schakel daarbij expertise in (o.a.
accountant en/of bank) en laat waar nodig taxeren
– Wat de waarde is van goodwill (= alleen bij actieve overdracht)
– Wat de waarde is van roerende goederen
– Wat de waarde is van onroerende goederen
• Verken de mogelijkheden van fusie, overname en samenwerking
• Ga op tijd het gesprek aan met (eventuele) schuldeisers en ken de bijzondere
positie van instanties als de Belastingdienst (gaat veelal voor op andere schuld-
eisers) of de bank (heeft meestal pandrecht op basis van de zekerheden voor
financiering)
• Maak afspraken met schuldeisers over de betaling van de schulden of over even-
tuele schuldsanering
• Weet wat de gevolgen zijn van je handelen als ondernemer voor jezelf als privé-
persoon
• Mocht een faillissement onafwendbaar zijn, vergeet dan niet te kijken naar de
mogelijkheden die de nieuwe Wet Homologatie OnderhandsAkkoord biedt
• Vergeet niet je directe omgeving, inclusief personeel en familie, te betrekken bij
de besluitvorming.
“Het moeilijkst was mijn mensen
vertellen dat ik zou stoppen.”
29-30-31_webinarstoppen.indd 30 20-01-21 13:53