Pagina 15 van: Marktvisie 1+2 – 2020

MARKTVISIE 15
Ze staan al jaren op de Amsterdamse markt. Met
aardappelen én fournituren. De tijden zijn veranderd,
maar ze houden zich staande. Twee portretten van
markante Amsterdamse marktkoopmannen.
Tekst: Pascale de Jong – Fotografie: Yvette Dolleman
??
??
l
QUOTE XXXXXXXX XXXXXXXX
XXXXX XXXXXXXXXXXX XXXXXXX
Fotobijschrift
Supermarkten
Jonge mensen komen niet meer naar de
markt, oppert Koster. “Er zijn tegenwoordig
veel meer supermarkten dan vroeger en
die zijn elke dag open. En zelfs ’s avonds
en in de weekenden. Mensen kopen daar
hun aardappelen, groente en fruit. Een
dubbeltje meer maakt niet uit”, verhaalt
hij. “Vroeger gingen mensen bewust naar
de markt, ook op zaterdag. Ik stond hier
elke dag met mijn ouders. Mijn vader ver-
kocht op zaterdag wel tien ton aardappels.
‘s Middags om half drie was hij er door-
heen. Dan belde hij de grossier op, die
moest dan nog een keer aardappelen op
zijn bakfiets komen brengen in van die
jutenzakken. Mensen aten toen ook alleen
maar aardappelen en je had grote gezin-
nen.”
Maximum
Drie dagen markt is tegenwoordig het
maximum voor Koster, herhaalt hij nog
maar eens. “Ik heb veel vaste, oude klan-
ten. Je neemt de tijd voor de mensen en
dat vinden ze leuk . Niet omdat ik veel
goedkoper ben dan de supermarkt,
maar voor een stukje persoonlijk contact.
Klanten komen hier al zo lang. Als ze niet
meer kunnen komen, dan rijd ik na de
markt even bij ze langs.” Het onvermijde-
lijke ‘vroeger was het beter’, komt uit de
mond van de koopman. “Dan haalde je
geintjes uit onder elkaar, bijvoorbeeld door
een stuk kaas uit de auto van de buurman
te halen. Dat sneed je in blokken en dan
ging je met een plateau met kaas rond. Of
we hingen een fiets in een lantaarnpaal,
dat soort dingen. Dat is nu allemaal min-
der.”
Primark
“Op dit stukje grond alleen al, zijn er de
laatste twee jaar vier of vijf mee gestopt.
Ook met groenten en fruit. Ze kunnen het
hier niet meer verdienen. Je hebt een hoop
vaste kosten, hè: je standplaats, de kraam-
huur, de opslagruimte. Tel dat bij elkaar op
en het rijst de pan uit.” Hij is niet al te po-
sitief over de toekomst van de markt. “Ik
vind het wel knap hoor, jonge mensen die
er nog induiken op die markt. Dat ze dat
durven. We hebben allemaal last van ver-
anderende tijden. Zeker de verkopers die
met kleding staan. Als je naar die goed-
kope kledingzaak gaat, hoe heet die ook
alweer? Oh ja, Primark. Daar kunnen zij
niet tegenop werken op de markt. Daarvan
“Je moet nieuw publiek trekken,
maar daaraan wordt niets gedaan”
Wie: Tonnie Koster (59 jaar)
Wat: Koster Aardappelen
Waar: Dappermarkt in de
Dapperstraat (Amsterdam-Oost)
“Die aardappelbakken zijn nog hetzelfde.
Ze zijn een jaartje of tachtig oud, denk ik.
En kijk, dat houtwerk is nog steeds het-
zelfde. Later is er ijzer omheen gemaakt.
En die weegschaal telt net zo veel jaren”,
vertelt Tonnie Koster van Koster Aardap-
pelen, dat al bestaat sinds 1928. “In 1953
stond mijn opa al vijfentwintig jaar op de
Dappermarkt. Hij heette ook Tonnie Kos-
ter, net als mijn vader en ikzelf. Dat was
vroeger makkelijk, denk ik. Mijn eigen kin-
deren heb ik een andere naam gegeven.”
‘Vaste klantjes’
Hij vervolgt: “Ik sta hier zelf een jaartje
of vijfendertig. Drie dagen is nog wel te
doen. Er zijn er bij die hier een week lang
staan. Vind ik knap hoor. Het is zo rustig
aan het begin van de week. Soms lopen er
dan haast geen mensen op de markt”,
doet de 59-jarige koopman uit de doeken.
“Mijn vrouw en ik zijn twee jaar geleden
een eetcafé begonnen. Dat loopt goed.
Ik sta hier echt nog voor mijn vaste klant-
jes. Elk jaar zie je de markt achteruit
lopen.” Waar ligt dat aan? “Ik denk toch
ander eten en verpaupering van de markt.
De meeste kramen zijn ook nog van
tachtig jaar geleden. Af en toe komt er
een nieuw zeiltje. Je moet nieuw publiek
trekken, maar daaraan wordt niets ge-
daan.”
14-15-16_marktfigurena39;dam.indd 15 22-01-20 15:50