Pagina 21 van: Marktvisie 7 – 2021

MARKTVISIE 21
Column
Voetbal als voorbeeld
voor succesvolle
warenmarkt
Graag wil ik de vergelijking trekken tussen voetbal en onze warenmarkten. Nu zult u zeggen dat die twee zaken niets
met elkaar te maken hebben en dat is natuurlijk ook zo, maar
denk even mee.
Om te beginnen selecteert een voetbalclub alleen de allerbeste
spelers, die zich dan iedere wedstrijd opnieuw moeten waarma-
ken en bewijzen dat ze hun plek in de selectie waard zijn. Dat is
alvast een tegenstelling met de warenmarkt. Want laten we eer-
lijk zijn, de meeste marktkooplieden danken hun plek op de
markt aan de anciënniteit, een bedrijfsovername en/of hun posi-
tie op een wachtlijst.
De meeste marktkooplieden zijn dit vak gaan uitoefenen doordat
zij vanuit de familie of als werknemer het bedrijf overnamen en
zo dus het gegarandeerde toegangsticket in handen kregen. Maar
zijn het daarmee ook goede ambulante ondernemers? En als
blijkt dat ze dat niet zijn, dan kunnen we er niet meer vanaf. We
hebben feitelijk geen goede selectie bij de voordeur, maar nog
veel erger is dat we ook geen achterdeur hebben.
Even terug naar het voetbalteam. Stel dat tijdens de wedstrijd
een voetballer moet worden gewisseld, dan kiest de coach voor
de speler op de reservebank die het team naar een overwinning
kan brengen. Als club kies je voor de speler met specifieke talen-
ten die daarmee de rest van het team aanvult, waardoor hij op
dát moment net het verschil in de wedstrijd kan maken.
Bij de marktverordeningen van gemeenten werkt het anders. Als
een ambulante ondernemer opstapt en Pietje Puk is de volgende
op de lijst (mits de branchering dat toelaat), dan wordt Pietje Puk
de volgende ambulante ondernemer, ongeacht of hij de kwalitei-
ten in huis heeft die op dat moment nodig zijn op de waren-
markt. Misschien is de ervaring en het talent van Pietje Puk
overbodig omdat er al drie ambulante ondernemers dezelfde
branche op de warenmarkt staan, maar vanwege de simpele
reden dat hij aan de beurt is, komt hij erin. Stel dat er op dat mo-
ment een grote vraag is naar vegetarische artikelen of er in het
dorp of stad / wijk geen slager is, dan wil je toch degene kiezen
die op de reservebank zit die kan voldoen aan deze vraag / be-
hoefte met het beste product en het meeste talent op dat gebied?
Maar in ons marktverordening-stelsel wordt bij een vacant plekje
automatisch de volgende op de lijst als ambulante ondernemer
uitgenodigd, ongeacht wie hij of zij is.
Ik herinner me dat er een paar jaar geleden een plek op een wa-
renmarkt vrijkwam. Bijkomend probleempje was dat de volgende
die op de lijst stond, toevallig iemand was die eerder vanwege
onbetamelijk gedrag geroyeerd was op een andere warenmarkt.
Maar zijn plek op de wachtlijst gaf hem recht op de plaats op de
warenmarkt. Hij werd vervolgens toch binnengehaald op de wa-
renmarkt. Vervolgens viel deze ondernemer terug in zijn oude ge-
drag en verpestte de onderlinge sfeer op de markt en behandelde
zijn klanten honds. Het gevolg was dat steeds meer klanten weg-
bleven en de warenmarkt een kwijnend bestaan zou gaan leiden
als er niet was ingegrepen door deze ondernemer verder te wei-
geren.
Eigenlijk is het hele principe van wachtlijsten vreemd, want we
willen toch een warenmarkt die interessant is voor de bezoekers
en ze verleiden tot vaste klanten. Zonder wachtlijst en anciënni-
teit. Waarom zou een plaats op de wachtlijst nog nodig moeten
zijn om een plaats op de warenmarkt te krijgen? Als je bedenkt
dat de warenmarkt moet inspelen op de lokale behoeften om zo
de markt aantrekkelijk te maken en houden. Laten we ons dan
niet beperken door te vissen in een hele kleine vijver, maar actief
op zoek gaan naar innovatieve en actieve ambulante onderne-
mers die toegevoegde waarde hebben voor de warenmarkten. l
Paul Nijhuis (de marktmanager)
Deze column is gebaseerd op een eerder verschenen column van Anne-
marie van Gaal in De Telegraaf.
l
QUOTE XXXXXXXX XXXXXXXX
XXXXX XXXXXXXXXXXX XXXXXXX
E
Fotobijschrift
21_column.indd 21 23-06-21 10:16