Pagina 14 van: Marktvisie April 4-2015

NR 4 | APRIL 201514
marktvraag
Wat dat betreft werd er thuis altijd over de
markt gepraat.’
Wat is er zo leuk aan dit vak?
‘Het contact met de mensen. Zowel met de
handelaren als de organisaties. En als er
een probleem is, is er heel vaak iets te re-
gelen. De contacten met mensen zijn heel
interessant en altijd weer anders. Je hebt
nu ook met handelaren uit heel de wereld
te maken. Iedereen brengt zijn eigen ach-
tergrond mee. Een Vietnamese man van
80, die altijd een loempiakraam heeft
gehad, komt hier nog altijd over de vloer,
en neemt nu zijn zoon mee. Ook tussen de
verschillende regio’s zijn er verschillen.
Limburg is weer heel anders dan Zuid-
Holland. En Gelderland is weer anders dan
Zeeland. Het is verder ook heel afwisse-
lend. Als organisator houd je je bezig met
de voorbereiding. Je zorgt voor de reclame,
dat er entertainment is en dat je altijd ge-
noeg kramen bij je hebt. Sommige hande-
laren zijn ook gewoon vrienden geworden,
door wie wij op een feestje worden uitge-
nodigd. En andersom ook. Op 19 maart is
het bijvoorbeeld Sint Joep. Daar gaan wij
dan heen, ook al zijn wij hier geen partij
in. Gewoon om op een andere manier
onze belangstelling te tonen naar onze
klanten toe. Dat hoort er bij en wordt zeer
gewaardeerd.’
Hoeveel markten hebben jullie per
jaar?
‘Wij hebben er dit jaar 76 die bevestigd
zijn, maar we hopen op zo’n 80 tot 85 uit
te komen. Er zijn ook organisatiebureaus
die dan zeggen dat ze er al 85 hebben.
Zonder dat er nog maar een vergadering is
geweest. Wij hebben er een hekel aan om
al markten zonder een bevestiging van
onze opdrachtgever op de marktkalender
te plaatsen.’
Zitten jullie in een bepaalde regio
begonnen?
‘Pa is begonnen in Brabant en een stukje
Limburg. We doen nu markten in Zeeland,
Gelderland, Limburg en Zuid- en Noord-
Holland. Je kunt dus rustig stellen dat het
nu landelijk is. Toen pa net gestopt was,
kregen we bijvoorbeeld een verzoek uit
Huissen en daar waren ze heel tevreden
over. Daar is nu de ponymarkt in Bemmel
bij gekomen en het kersenfeest en de
paardenmarkt in Gendt. We komen nu zes
tot zeven keer per jaar in die omgeving’
Wat zijn jullie sterke punten?
‘Wij zien het wanneer een markt slecht is.
En dan kunnen wij ons geld pakken, maar
daar hebben de handelaren niets aan. Die
moeten er ook aan verdienen. Als de
markt slecht is voor de handelaren of voor
ons, dan stoppen we er mee. Daar willen
we sterke markten voor terug hebben. We
streven er naar om acht tot negen nieuwe
markten per jaar erbij te hebben. We krij-
gen genoeg aanvragen van organisaties en
verenigingen. Het idee erachter is dat we
de handelaren serieus nemen. Ze doen
geen zaken met ons omdat zij “die van
Koolen” van die leuke jongens vinden. Zij
moeten er hun boterham mee verdienen.
We kwamen al 25 jaar op een markt vlak
bij Zundert. Daar zitten heel veel cam-
pings omheen, waar voorheen veel Neder-
landse gasten kwamen. Daar zitten nu de
laatste jaren veel Poolse gastarbeiders.
Maar die geven niets uit. Daarom zijn we
daar gestopt.’
Of het nu opdrachtgevers zijn of klanten,
wij proberen altijd ons best te doen.
Meestal zijn we met minimaal drie of vier
man van ons op een markt. Als de stroom
uitvalt, er een ongeluk gebeurt of er een
kraam bij een winkelier in de weg staat,
12-13-14-15-17_koolenkoolen.indd 14 25-03-15 14:10