Pagina 17 van: Marktvisie Augustus 8-2015

MARKTVISIE 17

beroerd zijn om uit hun stoel te komen als
er klanten voorbijkomen. Maar dat zie je
niet alleen op de markt. Je ziet het ook in
winkelcentra. Loop er maar eens in en als
je dan een jong iemand treft, dan schrik-
ken ze, want dan moeten ze hun telefoon
neerleggen. Ik was laatst in een verfwinkel
om verf te kopen voor de kramen. Nou,
maar die verkoper moest wel voor zessen
weg. Dat was het belangrijkste.’

Kijken marktkooplui dan
onvoldoende naar zichzelf?
‘Marktkooplui zijn een beetje moegestre-
den. En het is allemaal de schuld van de
organisator. Als iemand drie goeie mark-
ten heeft gehad, dan ben je een held, maar
als hij dan een slechte heeft gehad, dan
ben je de grootste klootzak.’

Het is dus een moeilijke markt,
hoe onderscheiden jullie je daarin?
‘Ik ben een van die gekken die altijd de
hele dag op markt aanspreekbaar is. De
marktkooplui denken dat de rode loper
voor ze uitgerold is. Dat is er ook wel,
maar vervolgens moeten ze het zelf doen.
En de dag van de markt is maar 20 procent
van de tijd die je aan een markt kwijt bent.
Dat zien de meesten niet. De rest van de
tijd ben je met de organisatie bezig. Ik pro-
beer ervoor te zorgen dat de marktkooplui
het goed hebben door de zaken goed voor
ze te regelen. Maar bepaalde zaken kun je
niet voor ze regelen.’

Hoe is jouw verstandhouding met
marktkooplieden in het algemeen?
‘Een koopman komt naar de markt om er
wat te verdienen en niet voor de gezellig-
heid. Als hij voor de gezelligheid komt,
dan ga ik met hem naar het koffiehuis om
gezellig met hem te kletsen maar niet op
de markt. Een marktkoopman wil zo snel
mogelijk opzetten en uitladen. Maar je
hebt van die pannenkoeken die dan om
9.00 uur komen. Ik ben ook vanaf 7.00 uur
bezig met het opzetten van de kramen.’

Marktkooplui hebben nog wel eens
klachten, daarbij kan het er hard
aan toe gaan? En wat doe je met
klachten van marktkooplui?
‘Bepaalde dingen wil ik goed oplossen,
maar sommige klachten zijn niet op te
lossen. En voor bepaalde mensen wil je
dingen oplossen en voor sommigen heb je
zoiets van ‘Laat maar’. Als mensen proble-

men hebben, moeten ze naar me toe
komen. Dan probeer ik het op te lossen.’

Kun je daar goed mee omgaan?
‘Dat ligt er aan. Als ik ’s ochtends bezig
ben met het opzetten van de kramen, dan
ben ik gestrest en heb ik een kort lontje.
Dat is ook het voordeel dat ik er de hele
dag ben, want dan kan ik het ’s middags
uitleggen. Ik sta open voor kritiek. Als ie-
mand je op je fouten wijst, kun je daar van
leren. Wij maken ook fouten. Wij hebben
het wiel niet uitgevonden en de tie-wrap
ook niet. Maar we proberen het zo goed
mogelijk te organiseren en te regelen.’

Heb je een voorbeeld van zo’n
klacht?
‘Laatst hadden we een markt met 200 kra-
men en ik had van tevoren aangegeven
dat de marktkooplui zelf voor stroom
moesten zorgen. Of via de winkeliers of
via de bewoners. Komt er toch nog een
naar mij toe met “Waar is mijn stroom”.
Maar die ziet dan niet dan wij al die kra-
men hebben lopen op te zetten. Hij eiste
dat hij stroom kreeg. Tegen zo iemand zeg
ik dan dat hij maar moet aankoppelen en
naar huis moet gaat. Dan heeft hij daar
stroom.’ En sommigen sturen achteraf
mailtjes naar mijn vrouw, die daar dan
drie kwartier mee bezig is. Terwijl ik zelf
op de markt ben. Laat ze dan naar mij
komen.’

Waar moet een goede markt aan
voldoen?
‘Dat ligt er maar helemaal aan. Is het een
knus pleintje met een paar bomen dan is
dat een heel andere markt dan een plek
waar je een markt met 200 kramen kwijt
kunt.’

Probeer je leveranciers met
namaakproducten te weren?
‘Dat is niet mijn functie en ook niet mijn
verantwoordelijkheid. Als iemand zegt dat
hij met paperclips komt en hij komt met
paperclips dan vind ik het prima. Dan zijn
er andere diensten voor om te controleren
of dat nu namaak is of niet.’

Hebben jullie ook bepaalde toppers?
‘Dat vind ik heel moeilijk. Het ligt ook heel
erg aan de omstandigheden. We proberen
ieder jaar wel een paar nieuwe markten
uit, maar als het niks is, dan stoppen we
daar na een of twee jaar ook weer mee.’

Onze oprichter Roland Klaverstijn
wilde graag een keurmerk voor
de organisatiebureaus. Hoe sta je
daar nu tegenover?
‘Heel goed, moeten ze gelijk invoeren. Er
is een verschil tussen professionele orga-
nisatoren, verenigingen en amateurs die
een markt of vier, vijf organiseren en die
dan meteen denken dat ze organisator
zijn.’ l

14-15-16-17_organisator.indd 17 15-07-15 12:22