Pagina 67 van: Marktvisie Mei – 5-2016

MARKTVISIE 67

Leven lang slager
Jacques Koelman is zijn leven lang al slager. ‘Ik begon op mijn twaalfde als schoon-
maker in een slagerij en heb vanaf dat moment altijd in slagerijen gewerkt en mijn
vakdiploma’s gehaald. Ik heb altijd voor een baas gewerkt, tot tien jaar geleden.
Toen zijn we voor onszelf begonnen. Aanvankelijk met gangbare producten in een
gangbare winkel.’ Om zich meer te onderscheiden van de supermarkt, schakelde
Koelman stapsgewijs over naar diervriendelijk vlees. ‘Uiteindelijk was 80 procent
van ons assortiment biologisch. Wij hadden wel biologisch varkens-, lams- en kip-
penvlees, maar geen rundvlees. Daarvoor is het aanbod te gering, waardoor ik niet
elke week dezelfde kwaliteit kon bieden. En label biologisch alleen is niet vol-
doende reden voor de klant om het te kopen. Die verwacht constante kwaliteit.’
Daarom schakelde Koelman over van SKAL-gecertificeerd naar diervriendelijk
vlees. ‘Eerlijk vlees, zonder toevoegingen. Ik betrek het van VIT (Vleesintegratie Twente)
uit Oldenzaal. Die krijgt het vlees van drie boerderijen waar de runderen op een dier-
vriendelijke manier worden gehouden. Dit vlees heeft geen SKAL-certificering, maar de
mensen weten dat het vlees deugt en daarin moeten ze mij kunnen vertrouwen.’

Op de markt moet je, nog meer dan in de winkel, uitleggen waar je voor staat.

goede voorbereiding kunnen we nu toch
ook bijzondere producten blijven bie-
den. Als we het van tevoren maar weten.
We bieden nu alleen geen verse maal-
tijden meer. Maar die hadden we in de
winkel ook al niet zo veel.’ Koelman
koopt producten in, net als voorheen.
Wij betrekken alle hammen, grill- en
rookworst en gebraden worst van een
gespecialiseerde collega-slager. Hij
maakt de worsten op basis van ons re-
cept met onze kruiden. Het kost iets
meer dan wanneer je het zelf maakt,
maar we hebben geen tijd om alles zelf
te maken.’

Ander leven
Koelman concludeert dat hij en zijn
vrouw een heel ander leven hebben ge-
kregen. ‘We werken nu bijvoorbeeld op
andere tijden. En je moet veel lullen op
de markt, maar dat gaat me goed af. Je
moet de mensen niet bedonderen, want
dat doe je maar één keer. Ik ben wel veel
minder in de beweging. In een slagerij

ga je wat maken als het even wat rusti-
ger in de winkel is. Nu heb je alleen
maar je verkoopruimte. Sandra werkt op
dinsdag en woensdag in de loods om
alles voor te bereiden. Zij maakt dan bij-

voorbeeld hamburgers, salades en sho-
armavlees. Op woensdagmiddag zijn wij
met zijn tweeën aan het werk. En de rest
van de week staan we allebei op de
markt.’ l

64-65-66-67_jacquesensandrakoelman.indd 67 19-04-16 11:02