Pagina 37 van: Marktvisie nr.11 – 2019

MARKTVISIE 37
De Smaekmaker is heel consequent met het laten proeven van diverse kaassoorten.
duidelijk verkoopverloop. “In het begin
van de dag komen de mensen voor verse
vis. Tussen 11.00 en 12.00 komt de verkoop
van kibbeling en gebakken vis op gang. Tot
15.00 uur staan de mensen twee, soms
drie rijen dik voor de wagen. Ook aan het
eind van de dag verkopen we vooral ge-
bakken producten. Tussendoor verkopen
we nog gerookte producten en de traiteur-
producten.”
Mooie afwisseling
Op zaterdag staat Hendriksen altijd met
vijf personen in de verkoopwagen. In de
winkel staan drie tot vier mensen. Ook
zoon Nick (28) is inmiddels een vaste
kracht in de zaak. Wijnand Hendriksen
staat zelf altijd in de verkoopwagen op de
markt. “Als je zes dagen per week werkt en
vijf dagen in de winkel hebt gestaan, dan
is het een mooie afwisseling om een dag
in de week op de markt te staan.”
De Doetinchemse vishandelaar staat op
zaterdag met twee andere vishandelaren
op de markt. “Te Wildt, ook uit Doetin-
chem en Van de Groep uit Spakenburg. Ik
zie het als collega’s en niet als concurren-
ten. Ieder heeft zijn eigen deel van de
markt en dat is prima.”
Kaas
De Smaekmaker uit Woerden staat al ruim
vijftien jaar op de Doetinchemse zaterdag-
markt. Eerst als kaashandel Van Bemmel
en sinds zes jaar als De Smaekmaker. Ei-
genaar Klaas van Bemmel is druk met een
klant, daarom doet Arjo Kok (48) het
woord. Kok is sinds de start van De
Smaek maker bij de zaak betrokken. En hij
is niet de enige van de familie die bij De
Smaekmaker werkt. Dochter Joelle (24)
werkt ook fulltime mee, terwijl echtgenote
Dita op woensdag in de wagen te vinden
is. Zoon Adriaan (22) studeert commerciële
economie in Leiden, maar is op zaterdag
ook regelmatig in de wagen te vinden. Op
die dag is ook parttime-kracht Ellen actief
in de verkoop.
Reizen
De Smaekmaker heeft – los van Lekker-
kerk en Woubrugge – met Goes op dinsdag,
Twello op vrijdag en Doetinchem op zater-
dag de markten best ver weg. “Goede
markten zijn best lastig over te nemen.
Meestal gaan deze over van vader op zoon.
De markten die vrijkomen, zijn meestal
markten die niet goed lopen of die je moet
uitkopen. Doetinchem is vijf kwartier van
Woerden, maar er zijn op zaterdag geen
files, dus dat is geen probleem. We hebben
sinds vier jaar deze wagen en daarmee
hebben wij alles binnen een uur uitgepakt.
De mensen die op kramen staan, moet er
om zes uur zijn om alles op tijd te hebben
uitgepakt. Wij niet. Dit is een goede markt
voor ons.”
Cultuurverschil
Kok ziet het cultuurverschil tussen hem
en zijn standbemanning en de Achterhoe-
kers niet als een probleem. “Je moet ze
even leren kennen. Ik stond eerst in Rot-
terdam en als ze daar iets niet bevalt, zeg-
gen ze het gelijk in je gezicht. Als ze je hier
eenmaal kennen, zijn ze heel open. Ik had
vanmorgen iemand om half negen ’s och-
tends met een fles drank en twee glaasjes
aan de wagen. Ik moest er even van proe-
ven en toen adviseren welke kaas daar het
beste bijpaste. Dat is toch gewéldig?”
Sfeer
“Je moet er een beetje sfeer in brengen.
Daarbij moet je wel oppassen bij wie je dat
doet. Je ziet snel genoeg wie een chagrijnig
gezicht heeft. Het kan natuurlijk voorko-
men dat er iets ergs bij iemand in de fami-
lie is gebeurd. Normaal gesproken zie je
het snel genoeg. Het moet allemaal niet te
serieus zijn. De mensen moeten voor drie
dingen komen: de kwaliteit, de prijs én de
vent of vrouw die in de kraam staat.” Het
is de beleving die het verschil maakt met
de supermarkt waar je alles gewoon in je
mandje gooit en verder niets, redeneert de
marktkoopman. De Smaekmaker kijkt
daarom goed wie er in het team past. “Het
moet wel een vlot, spontaan iemand zijn
en na drie weken zie je al heel snel of ie-
mand geschikt is.”
Proeven
De Smaekmaker is heel consequent met
het laten proeven van diverse kaassoorten.
“Dat doen we vooral op vrijdag en zater-
dag. Er is altijd een slag volk dat alleen
maar komt proeven. Daaraan moet je je
niet te veel ergeren. Het geeft weer een
beetje extra sjeu. Ik weet ook niet eens
hoeveel kaas we laten proeven. Ik snij ge-
woon wat af. Je moet er ook niet op bezui-
nigen.” De kaasboer moet het puur van de
mond-tot-mondreclame hebben. Kok: “Ad-
verteren, ik zou me er eigenlijk meer in
moeten verdiepen. Ik ben er niet zo goed
in thuis. Als je het doet, moet je het goed
doen.”
Geen verschil
Zowel Hendriksen als De Smaekmaker
hebben een goede markt op de zaterdag in
Doetinchem. Dat heeft natuurlijk alles te
maken met de prima prijskwaliteit-ver-
houding en de medewerkers die in de
wagen staan. Kortom: succesvol zijn op
een markt, heeft de ondernemer groten-
deels zelf in de hand. l
35-36-37_doetinchemek.indd 37 23-10-19 15:43