Pagina 45 van: Marktvisie nr. 7 2019

MARKTVISIE 45
gonnen met een eigen vishandel”, zegt
Bert. “Daarvóór was ik onderhoudsmon-
teur bij een bowlingcentrum in Sittard.
Maar op mijn vrije vrijdagmiddag hielp ik
mijn vrouw, met wie ik al negenentwintig
jaar ben getrouwd, altijd op de markt met
het in- en uitpakken van damesonder-
goed. Daarnaast staat mijn broer Lei al
sinds tien jaar met een eigen viskraam op
de markt. Ik ben dus van twee kanten het
marktwezen ingerold. In dat opzicht was
het voor mij een kleine stap om ook voor
mijzelf te beginnen.”
Leurkaart
Behalve in het Belgische Eisden en Lana-
ken staan Angelique en Bert op meerdere
weekmarkten in Nederlands Limburg. Zij
in Stein, Maasbracht en Kerkrade. Hij in
Kerkrade en Übach over Worms. Angelique
raadt het Nederlandse collega’s zeker aan
om ook eens de sprong over de grens te
wagen. “Want het werken op een Belgi-
sche markt verschilt niet wezenlijk van
Nederland, hoor. Zolang je je papieren
maar in orde hebt. Zo moet je een Belgisch
btw-nummer en een zogeheten leurkaart
aanvragen. Dat is een vergunning om op
een Belgische markt te mogen staan.”
Een leurkaart wordt verstrekt voor het
leven. Ieder personeelslid moet in het
bezit zijn van een leurkaart, maar die staat
niet op naam en is dus vrij overdraagbaar.
In België is het bovendien toegestaan om
onder één naam een vergunning aan te
vragen voor twee verschillende markt-
koopmannen die op dezelfde markt een
standplaats hebben. “Zo heb ik drie jaar
geleden onder mijn eigen naam een ver-
gunning aangevraagd voor de viskraam
van mijn man in Eisden en Lanaken.”
In België is het gebruikelijk om de stand-
plaatsvergunning door te verkopen aan
een collega. “Wij hebben ook al een keer
van die mogelijkheid gebruikgemaakt. In
Lanaken heeft Bert namelijk een betere
standplaats kunnen krijgen door de stand-
plaatsvergunning te kopen van een stop-
pende marktkoopman.”
Nog een ander praktisch verschil met Ne-
derland is het ontbreken van kramenzet-
ters in België. “Je moet dus je eigen kraam
meenemen”, vertelt Angelique. “Overigens
wordt er hier in België ook veel gewerkt
met parasols en uitklaptafeltjes. Of met
bussen die zijn voorzien van een automa-
tisch uitklapsysteem, waarbij je in plaats
van een marktzeil een overkapping hebt.”
‘Ollanders’
Met het verschil in regelgeving mag het
dan wel meevallen, maar volgens Ange-
lique en Bert is het wel zaak je aan te pas-
sen aan de Belgische mentaliteit. “Als
nieuwkomer op een Nederlandse markt
ken je meestal wel al een paar Neder-
landse collega’s. Maar toen wij op de Belgi-
sche markten gingen staan, kenden wij
daar verder helemaal niemand. Daar komt
bij dat Belgische collega’s de neiging heb-
ben de kat een beetje uit de boom te kij-
ken. In hun ogen ben je toch die ‘Ollander’,
hè? Hollandse praatjesmakers worden ab-
soluut niet op prijs gesteld. Nee, je moet
ervoor zorgen dat je in het grote geheel
gaat passen en een goede relatie opbouwt
met je Belgische collega’s. Dat laatste is
ons goed gelukt. Inmiddels zijn wij volle-
dig geaccepteerd en hebben wij leuke con-
tacten.”
Amicaal
Met de contacten met Belgische collega’s
zit het wel snor, maar hoe zit het met het
mentaliteitsverschil tussen de Neder-
landse en Belgische klanten? Angelique
maakt hiervoor eerst de vergelijking tus-
sen zuiderlingen en mensen van boven de
grote rivieren: “Mensen uit de Randstad
zijn doorgaans wat directer dan wij Lim-
burgers. Nou, op onze beurt zijn wij Lim-
burgers weer wat directer dan onze
Vlaamse buren. Belgen zijn wat terughou-
dender en voorzichtiger in hun uitspraken.
Daar staat tegenover dat Belgen over het
algemeen wel wat amicaler en vriendelij-
ker zijn. Je zou kunnen zeggen dat Belgen
wat minder achterdochtig zijn dan Neder-
landers, in die zin dat een Belgische klant
in een verkoopgesprek gemakkelijker te
overtuigen is.”
Echtgenoot Bert kan dat beamen, maar be-
nadrukt dat hij op álle markten leuke
klanten heeft. “Maar het klopt inderdaad
dat Belgen het geld iets makkelijker uitge-
ven en wat minder kritisch zijn dan Ne-
derlanders.” Angelique: “Maar ongeacht of
je nu in Nederland of België op de markt
staat, klanten stellen overal prijs op ser-
vice en kwaliteit. Iedereen wil goed gehol-
pen worden. En Belgen vinden het net zo
belangrijk om een gezellig praatje te
maken. Daarbij vliegen je vaak de meest
grappige typisch Vlaamse uitdrukkingen
om de oren. Een Belgische marktmeester
moest ooit erg lachen om onze bedrijfs-
naam Jeanette Foundations. ’Madame, u
weet toch wel wat in België een ‘jeanet’
is?’ Ik had geen flauw idee, maar een
‘jeanet’ schijnt zoveel te betekenen als ‘ie-
mand die verwijfd is’. Nou, wat dat betreft,
is ons assortiment damesondergoed dus
heel toepasselijk, haha!” l
Angelique: “Belgen vinden het net zo belangrijk om een gezellig praatje te maken als Nederlanders.”
44-45_overdegrens.indd 45 19-06-19 13:16