Pagina 16 van: Marktvisie September 9-2015

NR 9 | SEPTEMBER 201516
Marktvraag
ben om er niets mee te doen. Maar dan
ook goed, net als mijn vader.’
Wat is de Vrije Markt in Tiel voor
een markt?
‘We hebben een vloeroppervlak van 8000
vierkante meter met dik 200 standhou-
ders. Er is van alles te koop. Van nieuw tot
tweedehands en allerlei etenswaren. Je
kunt het zo gek niet bedenken of het is er.
Iedereen leert van elkaar en helpt elkaar.
Alle mensen zijn hier gelijk en van ieder-
een kun je iets leren. En als je naar ie-
mand luistert, krijg je begrip voor iemand.’
Heb je veel vaste standhouders of
wisselt dat nog wel eens?
‘Er is een groot gedeelte hetzelfde, maar
ook een deel dat wisselt. Sommigen
komen eerst twee of drie maanden en be-
sluiten dan langer te blijven. Anderen
nemen weer afscheid als ze hun handel
hebben verkocht. En je hebt dagjesmen-
sen.
Doe je ook nog andere dingen,
markten of heb je hier je handen
wel aan vol?
‘Nee, gelukkig niet, we hebben alleen de
markt in Tiel en dat is best zwaar.’
Hoe vaak is de markt geopend?
‘Iedere woensdag en zondag van 9.00 tot
16.30 uur.’
Kom je ook uit de regio?
‘Wij komen uit Rossum, aan de andere
kant van de Waal, in de Bommelerwaard.’
Wat vind je een sterk punt van de
markt? Waarom is hij zo leuk?
‘Er is hier van alles te krijgen en het is heel
gemoedelijk. Zelf zeg ik altijd dat alle
mensen hetzelfde zijn, alleen de verpak-
king is anders. En dat maakt de mensheid
zo mooi en ook de markt. Je komt hier
heel veel mensen en culturen tegen en ik
probeer van allemaal wat te leren en ze te
begrijpen.’
En wat zie je als jouw sterke
punten als organisator?
‘Ik ben vrij rustig van mezelf, maar ik kan
ook heel boos worden en dan zeg ik het
ook. Verder zie en onthoud ik heel veel
dingen. Als iemand thuis met iets zit, dan
combineer ik dat en houd ik er rekening
mee. Menselijkheid. Ik vind altijd dat je
heel veel van elkaar kunt leren.’
Zijn er niet te veel markten in
Nederland?
‘Er zijn een paar grote markten die het heel
goed doen. Maar er zijn altijd mensen, bij-
voorbeeld wethouders, die het wiel op-
nieuw willen uitvinden. Als je er echter
geen gevoel bij hebt en geen begrip, dan
wordt het niks. Je kunt het niet zo maar
even doen. Er zijn al zoveel mensen die
voor de lol een jaarmarkt organiseren en
die dat met heel veel bravoure aankondi-
gen. Maar je hebt geen idee waar je aan be-
gint. Iedere stad moet zijn eigen braderie
hebben en bij voorkeur meer dan een. En
als ze dat in Tiel doen, doen dat het liefst
hier naast de deur. Dan vragen ze 80 euro
voor een kraam, maar dat halen de hande-
laren er nooit uit, want ze moeten hun
spullen ook nog ergens kopen. En daar heb-
ben wij last van, want dan komen ze bij
ons klagen. Onder de weekmarkten zijn er
zeker ook nog die het nog heel goed doen.’
Onze oprichter Roland Klaverstijn
wilde graag een keurmerk voor
de organisatiebureaus. Hoe sta je
daar tegenover?
‘Ik denk niet dat een keurmerk helpt. Dat
zou betekenen dat een voetbalclub niet
meer zijn jaarlijkse braderie kan houden.
Maar het zou goed zijn als er een betere
bescherming van de gemeente voor de be-
staande markten zou komen. Iets meer
begrip voor de mensen van de markt en
niet op iedere straathoek een markt.’
Handelaren hebben ook wel eens
klachten. En we zien nog wel eens
dat het er best stevig aan toe kan
gaan?
‘Het is maar net waar het aan ligt. Ver-
koopt iemand te weinig of zijn er te weinig
bezoekers? We moeten het met zijn drieën
doen: de handelaren, de organisator en de
bezoeker. Als het buiten dertig graden is, is
het logisch dat er minder bezoek is. Je
moet altijd zorgen dat je netjes met elkaar
blijft praten. ’
Doen handelaren zelf genoeg
om van de markt een succes te
maken?
‘Ze moeten er zelf ook iets aan doen. Als
ze alleen op een stoel gaan zitten, verko-
pen ze niks.’
‘Ik probeer van
alle mensen en culturen
wat te leren’
14-15-16-17_vrijemarkttiel.indd 16 18-08-15 16:42