AMSTERDAM – Veertig jaar lang stond Robbert Bood met groente op de AmsterdamseTen Katemarkt. Maar per 1 maart geeft hij er de brui aan en opent een groentewinkel in de Kinkerstraat. “Ik voel me weggepest door de gemeente.”
Als jongetje van 9 hielp hij al op zaterdag en in de vakanties zijn vader op de Ten Katemarkt waar pa een paar jaar daarvoor begonnen was met aardappelen, groente en fruit. “Er was veel collegialiteit en een gevarieerd aanbod. Vroeger waren er drie kippenboeren, nu kan een poelier het geen drie dagen volhouden”, vertelt de nu 49-jarige Robbert Bood, een begrip op de markt.
Want de Ten Katemarkt, die in oktober honderd jaar bestaat, heeft het moeilijk. De bezoekersaantallen lopen terug en het aanbod verschraalt. Het aantal groente- en fruitstallen is de laatste jaren verdubbeld. Het stadsdeel heeft de afgelopen jaren steeds meer taken naar zich toe getrokken en de touwtjes stevig in handen. Dit tot grote woede van de marktkooplui die willen dat de markt weer aan hen wordt teruggegeven.
Gezeur
“Dat gezeur van het stadsdeel werd ik zo zat”, zegt Bood, die sinds zijn achttiende een eigen kraam op de markt heeft en die de laatste tien jaar met zijn vriendin Mirna runt.
“Vorig jaar kreeg ik een bekeuring van 500 euro omdat mijn zeil iets te ver naar voren hing.”
Bron tekst: de telegraaf