Ga naar hoofdinhoud

Van de tekenkamer naar poelierskraam

Ruim tien jaar had Tessa Smit (25) een bijbaantje als verkoopster bij een poelier op de zaterdagmarkt. Werk dat ze bleef doen toen ze eenmaal als technisch ontwerper haar boterham verdiende. Dat ze vorig jaar de eerste stappen zette om met haar eigen poelierskraam Tessa’s Kip de markt op te gaan, kwam dus voor niemand als een verrassing.

Heerlijke geur van versgebraden kip

Het is een mistige grijze zaterdagochtend in het centrum van Harlingen. In de Voorstraat zijn in lintvorm een reeks kramen opgesteld. Wie deze weekmarkt oploopt ruikt meteen een heerlijke geur van kip aan het spit. De grill van Tessa’s Kip maakt deze morgen overuren om straks aan de vraag van klanten te kunnen voldoen. In haar wagen is Tessa Smit druk bezig met de voorbereidingen, zoals het paneren van de kipschnitzels. Onderwijl helpt zij de ene klant na de andere. “Is dat je laatste broodje pulled chicken”, vraagt een klant. Tessa knikt. “Die neem ik dan nu meteen mee. Ik kom straks welw terug voor de kip als die uit de grill is.”

Geïnfecteerd met het marktvirus

Tessa Smit was pas veertien jaar oud toen ze via poelier Arjen Vos in Zuidwolde (Drenthe) op de zaterdagmarkt van Steenwijk belandde. Vanaf dat moment was ze geïnfecteerd met het virus dat iedere ambulante handelaar herkent: De markt is gewoon de leukste plek om te zijn. “Ik moest weliswaar elke zaterdag vroeg op, maar vond het meteen heel gezellig en vooral erg leuk”, blikt Tessa terug op die ruim tien jaar werkervaring. Het werken op de zaterdagmarkt beviel haar zelfs zo goed dat ze daar mee doorging toen ze na haar studie Mechanical Engineering eenmaal als technisch ontwerper haar boterham verdiende bij Geesinknorba. “Ik had een baan van veertig uur en werkte elke zaterdag ook nog tien uur in de poelierskraam bij Arjen.”

Wil je meer lezen over Tessa’s Kip, lees dan de digitale versie in Marktvisie editie 12.