Ga naar hoofdinhoud

Voormalig marktmeesters moeten terugbetalen

Drie voormalige Amsterdamse marktmeesters moeten elk ruim 70 duizend euro aan de staat betalen. Eén oud-marktmeester 20 duizend euro. Dat heeft de rechtbank in Amsterdam besloten.

De vier mannen hebben zich – volgens de veroordeling in hoger beroep in juli 2015 – als marktmeester in dienst van de gemeente Amsterdam door marktkooplieden tussen 2001 en 2010 laten omkopen op de Westermarkt, WaterloopleinNoordermarkt en de Nieuwmarkt. Ze vroegen daarbij volgens het OM een bedrag van €2 tot €40 aan de marktkooplieden die daarvoor onder meer voorrang kregen bij de toewijzing van een plaats op de markt.

Steekpenningen

Het gerechtshof in Amsterdam heeft in juli 2015 de vier in hoger beroep, net zoals de rechtbank, veroordeeld voor het aannemen van steekpenningen. De opgelegde celstraffen variëren van drie tot vier maanden. De straf viel lager uit dan hetgeen door het Openbaar Ministerie (OM) had geeist, omdat de marktmeesters aan het begin van hun loopbaan in een cultuur terechtkwamen waarin het aannemen van steekpenningen al bestond. Ze hebben volgens het hof geen weerstand kunnen bieden aan de groepsdruk en de corrupte marktcultuur.

Betaling

Het OM startte in februari een ontnemingsprocedure om het gefraudeerd bedrag bij de mannen terug te vorderen. De rechtbank in Amsterdam heeft de vier voormalige marktmeesters veroordeeld tot het betalen van respectievelijk 74.320 euro, 75.400 euro en 77.920 euro aan de staat. Eén van hen moet 20 duizend euro aan de staat afdragen.

De rechtbank heeft zich gebaseerd op een gemiddelde weekopbrengst van 210 euro over een bepaalde periode. Dat verklaart het verschil in de hoogte van de bedragen. Bij de man die is veroordeeld voor een bedrag van 20 duizend euro heeft de rechtbank rekening gehouden met zijn draagkracht, leeftijd en gezondheid.

Advocaten van de marktmeesters voerden ter verdediging vorig jaar aan dat het slechts om fooien of koffiegeld ging waar geen tegenprestatie tegenover stond. Het hof was van mening dat hiervan geen sprake was, gelet op de frequentie en de hoogte van de bedragen. Bovendien bekenden drie van de zes verdachten dat kraamhouders geld betaalden in ruil voor gunsten.

Geldelijk gewin

De feiten waarvoor deze oud-marktmeesters zijn veroordeeld, waren volgens de rechtbank gericht op geldelijk gewin. Geld is een drijfveer, motief en opbrengst van (beroeps)criminaliteit. Daarom vindt het OM afpakken belangrijk. “Als misdaad niet loont, verdwijnt een belangrijke prikkel om delicten te plegen”, aldus het OM.