De mondkapjesplicht in onder meer het Wallengebied en op de Albert Cuyp in Amsterdam blijft in stand. Dat besliste de Amsterdamse rechter in kort geding. De uitspraak werd op woensdag 19 augustus bekendgemaakt.
De mondkapjesplicht is gebaseerd op een noodverordening en een aanwijzingsbesluit van de Veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland. De burgemeester van Amsterdam, Femke Halsema, is voorzitter van deze veiligheidsregio. De eisers, de Stichting Viruswaarheid en vijf Amsterdammers die net buiten de Wallenzone wonen, vinden dat de mondkapjesplicht een onrechtmatige inbreuk maakt op hun grondrechten.
Toets
De rechter kan op zich zelf toetsen of een regeling al dan niet rechtmatig is, maar moet dat terughoudend doen. Zeker in kort geding, stelt de rechtbank in een toelichting. Er wordt verschillend gedacht over de vraag of de voorzitter van de Veiligheidsregio de noodverordening – juridisch gezien – mocht uitvaardigden. Het is dus niet overduidelijk. Daarom komt de rechter, terughoudend toetsend, tot de conclusie: het is niet onrechtmatig.
Noodzaak
Eisers vinden dat de maatregel niet nodig is, omdat ‘de ziekenhuizen en de mortuaria leeg’ zijn. Dat ziet de rechter anders. Die gaat uit van de 1,5 meterregel die er nu is. De rechter vindt de mondkapjesplicht goed verdedigbaar, vanwege de volgende overwegingen:
– eerder uitgevaardigde minder verstrekkende maatregelen hebben niet voldoende hebben geholpen om de 1,5 meterregel in de aangewezen zones te handhaven;
– het gaat om een relatief kleine inbreuk op het grondrecht van eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer;
– de maatregel in tijd beperkt is (5 tot 31 augustus) en wordt na afloop geëvalueerd;
– de maatregel is beperkt in plaats;
– de door Viruswaarheid cs gestelde gezondheidsschade als gevolg van het dragen van mondkapjes is niet aannemelijk geworden.
In aanvulling op dat laatste stelt de rechter dat men om medische redenen van handhaving kan worden uitgezonderd.
Alles overwegende komt de rechter dan ook tot de conclusie dat er in dit geval geen sprake is van een onrechtmatige daad van de veiligheidsregio. Daarmee blijft de maatregel van kracht.
Juiste loket
Partijen hebben nog gediscussieerd over de vraag of deze zaak niet voor de bestuursrechter had moeten worden gebracht. In het vonnis is beslist dat zij bij de civiele rechter (kort geding) aan het juiste adres zijn met hun klacht.