Na het zwarte jaar 2020, lijkt voor de standwerkers de eerste helft van 2021 er niet beter op te worden. Stibesta-voorzitter Benvenido van Schaik constateert dat er in vergelijking met maart 2020 voor de standwerkers nog niks is veranderd, maar toont zich strijdvaardig. “Je moet altijd hoop houden, zonder hoop is er geen leven”, stelt Van Schaik.
De voorzitter verwacht dat de standwerkers in het meest gunstige geval niet eerder dan juni weer van start kunnen gegaan. “Daarbij baseer ik me op de vaccinatiecampagne. In de zomer zullen veel mensen gevaccineerd zijn, waardoor ik verwacht dat er meer mogelijk wordt en wij hopelijk weer van start kunnen.”
Oneerlijk
Het stoort de voorzitter dat supermarkten, zoals een grote Duitse discounter, zich tijdens de lockdown steeds meer met non-food artikelen lijken te profileren.
“Supermarkten springen handig op de maatregelen in. Het non-foodassortiment in supermarkten lijkt deze weken steeds groter te worden. Op dit moment mogen er op weekmarkten alleen foodproducten worden verkocht, maar als een winkelier drie pakjes paracetamol verkoopt, mag hij wel gewoon open en daarnaast zoveel non-foodproducten verkopen als hij zelf wil. Het is gewoon oneerlijke regelgeving.”
Oproep
Net als juni vorig jaar, doet Van Schaik opnieuw een oproep aan landelijke en lokale overheden. “Er wordt niet naar ons omgekeken. Voor onze beroepsgroep is er geen reddingsboei. Er is nog nooit met ons een voorstel besproken omtrent standwerken 2.0. Er zijn heus wel creatieve oplossingen denkbaar waardoor we verantwoord binnen de huidige regels kunnen standwerken, maar we worden tot nu toe niet gehoord. Alsjeblieft help ons, want zo gaat het niet langer.”
Meer hierover in de eerstvolgende editie van Marktvisie, deze verschijnt op dinsdag 2 februari 2021.